De djembé is niet zomaar een trommeltje, neen, we hebben het hier over een muziekinstrument dat, als je het echt wil leren beheersen, evenveel oefening vereist als bv. gitaar of piano.
Je kan natuurlijk ook wel heel snel heel veel lol maken met vrienden zonder al te veel studie, maar zonder de juiste techniek blijf je beperkt.
De basisvereiste om muziek te kunnen maken met enkel een percussie-instrument is dat je variatie in je klanken kan brengen.
Het is absoluut noodzakelijk een duidelijk gedefinieerde bas, toon en slap te kunnen produceren op je djembé.
De bas vormt voor niemand een probleem; je laat je vlakke hand op het midden van het vel vallen, zonder evenwel je hand te laten liggen. Maak het vel aan het trillen en laat het zijn trilling behouden door onmiddellijk na de impact je hand terug te trekken. Blijf niet plakken aan het vel, demp de trilling niet.
Hetzelfde geldt voor de toon. Deze vorm je door de volledige lengte van al je vingers, je duim uitgezonderd, op de rand van het vel te laten neerkomen en onmiddellijk weer los te laten, alsof je een hete kookplaat raakt. Hou je vingers hierbij gesloten, tegen elkaar. De open toon is de natuurlijke stem van de djembé.
De slap, of claque en français, is voor velen de moeilijkste klank. Hierover zullen de Afrikaanse meesters zich ook zeer verschillend uitspreken naargelang de streek. Een geoefend djembé-speler kan door te variëren met positie, spanning en kracht variëren in de klank van zijn slaps.